Auteur: Julien Antonetti | Leestijd: 5 minuten
De vraag naar meer diversiteit, inclusie en representatie klinkt tegenwoordig op alle maatschappelijke vlakken. Waarom is die vraag zo belangrijk? Omdat het iets zegt over erbij horen of niet. Het doet ertoe om op het podium of op het scherm gerepresenteerd te worden, om te ervaren dat ook jóuw verhaal verteld wordt. Immers, het eerste wat we zien in een verhaal zijn de personages. Herkennen we iets van ons dan gaat wat we op het podium of scherm zien ook over ons. Met die vraag ‘lijken ze op ons?’ rijst meteen het belang van casting. Hieronder een voorbeeld.
Van wezenlijk belang
Representatie is dus wezenlijk van belang, het speelt immers een grote rol in de mate waarop we een voorstelling beleven. En daarover gaat het in dit artikel; de gemiste kansen van een ‘te witte’ productie. Want naast casting gaat het ook over de samenstelling van de diverse creative teams.
Over die omschrijving ‘te wit’; ik doel dan vooral op een tot norm verworden wereld- en belevingsbeeld van witte cis-mannen van voorbij de dertig.
De roep om meer pluriformiteit is in het theater overigens allang gehoord. Alleen lijken die veranderingen op dat vlak in het Nederlands taalgebied nog wat in de startblokken te staan. En dat is jammer want in die vertraging schuilt een grote gemiste kans. In het buitenland, en met name in het Verenigd Koninkrijk, is men op dit vlak al veel verder.
Praktijkvoorbeelden van representatie
Ik bezocht een aantal jaar geleden in Londen een bewerkte productie van Tjechov’s Drie Zusters. Deze indrukwekkende productie van het National Theatre was gesitueerd in Nigeria en werd gespeeld door een volledig zwarte cast. In deze bewerking hing de dreiging van de burgeroorlog in Biafra, die vele slachtoffers zou gaan maken, zwaar in de lucht. De uitverkochte zaal had een vrijwel volledige bezetting van mensen met een niet-westerse achtergrond.
Voor de context; ik heb gemengde Nederlands Caribische wortels. Men categoriseert me vaak als Latino, Indo, Italiaan of -vraag me niet waarom- Canadees. Ik vermoed dat men dat ‘andere’ in mij invult met iets dat men kent.
Buiten de norm
Ik merkte hoe bij de bovengenoemde voorstelling in de zaal een andere lading hing dan ik gewend was. Toen realiseerde ik me dat ik in deze zaal qua uiterlijk tot de minderheid hoorde en blijkbaar buiten een ‘norm’ viel. Vervolgens voelde ik ook hoe ik met andere ogen naar de voorstelling keek. Voor mij was het een boeiende inkijk in een voor mij wat verder van me af liggende belevingswereld. Uit de reacties in de zaal merkte ik wel dat ik subtiele, maar significante, verwijzingen niet oppikte. Ik herkende het van buiten, niet vanbinnen.
Later in die week zag ik Death Of A Salesman, een Young Vic productie, ook met een geheel zwarte cast. En daar herhaalde die ervaring zich. Weer was de zaal voornamelijk bezet door ‘non whites’. Ook bij deze indrukwekkende voorstelling zag en voelde ik hoe men zich aan de ervaringen van de personages op de vloer kon spiegelen. Ook hier merkte ik dat ik een subtiele gezamenlijke ervaring, een herkenning, miste.
Vervolgens zag ik vlak daarop The Normal Heart, ook bij het National Theatre. En daar viel bij mij het kwartje. Ik kon me hier, als homoseksuele man, op emotioneel vlak identificeren met een aantal homoseksuele personages, én performers. Ik maakte onderdeel uit van deze belevingswereld. Representatie, kortom. Overigens waren in deze imponerende voorstelling naast acteurs met een diverse ethnische achtergrond ook acteurs met een fysieke beperking gecast. Dat vond ik een verademing. Zonder meer goede acteurs, maar dan zonder een geïdealiseerd uiterlijk. En dat was voor mij het moment dat ik de valkuil van ‘te witte’ castings zag.
Over Nederland; tot recentelijk waren hier homoseksuele personages op toneel vaak vooral behept met een stereotyperende kenmerken. U kent het wel, de stigmatiserende loopjes, gilletjes en handjes. Waarom kom ik hierop? Omdat men in de diverse ‘witte’ creative teams alhier blijkbaar te weinig belevingservaring had met een LHBTI+ invalshoek.
Toegenomen zaalbezetting
Bij het National Theatre, de Britse grote broer van ITA, hebben ze de verplichting om in hun aanbod divers en inclusief te werk te gaan. Daar wordt op alle vlakken actief ingezet om inclusie en diversiteit waar te maken. Niet alleen is er daardoor een golf aan spraakmakende voorstellingen op gang gekomen, het vertaalt zich ook aantoonbaar in een toegenomen zaalbezetting én bredere publiekssamenstelling.
Ook in Nederland is het besef groeiende dat het anders kan, en moet. En dat pluriform casten voorbijgaat aan het zonder context opnemen in de cast van iemand met een andere dan ‘witte’ ethnische achtergrond.
Onlangs zijn hier een aantal producties te zien geweest die duidelijk gemaakt hebben hoe belangrijk die diversiteit en inclusiviteit is. Niet alleen qua cast, maar ook qua creatives. Ik noem er een paar:
- Lichter Dan Ik (Korthals Stuurman Theaterbureau)
- Disco Queen (RightaboutnowInc)
- A Kind Of Odyssey (MusicalMakers)
- De Eeuw Van Mijn Moeder (NT)
- Lente/22/K (LIBI Djojokarso)
- Queer Planet (NTjong)
- De Bananengeneratie (Theater Oostpool)
Bij al deze voorstellingen zag ik een weerspiegeling in de publiekssamenstelling. Representatie is dus niet alleen belangrijk maar ook noodzakelijk. Hoe meer dat geschiedt hoe rijker het landschap.
Leuke hobby
Nu is het opmerkelijke dat al in de jaren 80 in Nederland initiatieven genomen zijn om die diversiteit en inclusie te bewerkstelligen en te bevorderen. Die ontwikkeling en de voorsprong die het Nederlandse theaterlandschap toen had zijn door rigoureuze wegbezuinigingen gesneuveld. Van overheidswege vond men tot voor kort theater eigenlijk maar een leuke hobby. Productiehuizen, opleidingsplaatsen en kweekvijvers verdwenen waardoor de ontwikkeling en doorstroom van diversiteit en inclusie stokte.
In Londen heeft deze ontwikkeling zich wel doorgezet. En die transformatie heeft zich daar verspreid naar mainstream theaterland.
In Den Haag begint het eindelijk te dagen hoe belangrijk de culturele sector is. Ook dat de Rijksoverheid hierin een taak te vervullen heeft. Al was het maar door kunsteducatie weer in het basis- en voortgezet onderwijs op te nemen.
Want waarom gaan we naar het theater? Omdat we via het podium onszelf willen zien. Daarom is representatie echt van belang, het brengt mensen naar het theater, of bioscoop, die daar voorheen geen noodzaak toe zagen.
Auteur: Julien Antonetti
Vindt menselijk gedrag fascinerend en is dol op verhalen. Schrijft als maker graag voor en over theater. Woont in zijn gedachten half in Londen.
We zijn benieuwd naar jouw mening over dit onderwerp. Ben je het met Julien eens of juist niet? Mail jouw verhaal naar info@musicalmakers.com. Mocht je ervoor open staan kunnen we jouw artikel plaatsen als blog op onze website.